Gesprekken uit de praktijk met leiders en lijders
Hij werkt in de bouw, projectleider. Veel mensen komen moedeloos of verdrietig binnen, hij niet. Als hij over zijn werk begint te vertellen, komt gelijk een beeld bij me op van een geïrriteerde manager die van project naar project rent.
Hij is boos op zijn mensen: het werk is niet af, ze gaan niet zuinig met het werkmateriaal om, ze werken niet nauwkeurig genoeg. Hij zou het zelf een stuk beter doen. Ik geef hem alle ruimte zijn verhaal te doen. En dan komt het moment dat hij aangeeft het niet meer te weten. Ik vraag hem welke consequenties dit allemaal voor hem heeft. Hij geeft aan moe te zijn, ’s avonds nergens meer zin in te hebben, kortaf te zijn tegen zijn gezinsleden.
Dan vraag ik hem hoe hij zijn mensen motiveert. Uit hetgeen hij vertelt blijkt een negatieve benadering en vooral controle en boosheid. Positieve feedback zit er niet bij. Vervolgens informeer ik naar hoe hij zelf waardering krijgt voor zijn werk. Met zijn baas heeft hij een goed contact. Hij voelt zich gewaardeerd en ze pakken samen regelmatig een pilsje om het een en ander te bespreken. De vraag wat hij denkt dat zijn medewerkers graag zouden willen, beantwoordt hij met: zoveel mogelijk verdienen en vroeg naar huis. Wat is het verschil tussen hem en zijn mensen?
Wat er over te vragen en te zeggen valt
Bijzonder hoe vaak ik het toch nog tegenkom dat leiders denken dat hun mensen een andere manier van belonen prettig vinden dan zijzelf. Ze geven nogal eens te kennen dat hun medewerkers vooral meer geld willen verdienen. Natuurlijk is dit een beloning. Maar complimenten, samen mooie ervaringen hebben, vrijheid, inbreng bij veranderingen, betrokkenheid bij persoonlijke problemen, een goede bedrijfscultuur werken niet alleen bij leiders, managers enz. Ze motiveren ook de mensen op de werkvloer. Opvallend is dat hij denkt dat mensen harder werken door negatieve feedback. Inmiddels is al lang bekend dat positieve feedback beter werkt dan negatieve feedback. Negatieve feedback hoeft zeker niet uit de weg te worden gegaan. Maar realiseer je wel dat er tegenover de negatieve feedback zeker drie keer zoveel positieve feedback dient te worden gegeven, wil de negatieve feedback goed opgepakt worden. Een interessante vraag is: wat maakt het geven van positieve feedback zo lastig? Speelt angst hierbij een rol: verlies ik mijn zeggenschap, streven ze mij voorbij? Dit gaat hij met de ZKM (Zelfkonfrontatiemethode) onderzoeken. Mooi om te zien dat hij inzicht wil krijgen in wat hem motiveert.
Tips
Ga eens na hoe het bij jou zit met het geven van positieve feedback. Je kunt alvast beginnen bij je vrienden, buren, partner, kinderen, enz. Hoe schat je ongeveer de verhouding positieve - negatieve feedback in?
Geef je met name negatieve feedback, vraag je dan af waar dat mee te maken kan hebben. Praat er eens met iemand over. Begin met na elke negatieve feedback, één keer positieve feedback te geven. Lukt dit, verhoog dan het aantal keren dat je positieve feedback geeft.